De Mastmakersdochters

Rennie de Vries schrijft met veel gevoel en vaak persoonlijk over haar herinneringen vanaf 1901 in De Lemmer waar zij opgroeit boven de mastmakerij. Haar nicht, ook een Rennie de Vries, groeit op in Duitsland waar haar vader mastmaker is. In de oorlog is de nicht lid van de NAZI partij en Rennie werkt in het verzet. Zij wordt, als jonge moeder, gearresteerd en het verhaal volgt haar en haar lotgenoten via Vught, Ravensbrück naar Dachau en de jaren na de oorlog van Rennie en haar nicht. De schrijver heeft een, tot nog toe onbekend, bijzonder stuk oorlogsgeschiedenis van het “AGFA Kommando” samengesteld. Tweehonderd moedige vrouwen die samen zingen, bidden, huilen en lachen. Van Ommen ontdekte, vaak schokkende, feiten en misconcepties over de oorlogsjaren. Dit is een verhaal over een Zuiderzeehavenstad tot de drooglegging, van zeilvaart naar stoom en dieselmotoren, over Urk, Groningen, de veenkolonies en de eerste wereldoorlog. Rennie omarmde de opkomst van de emancipatie. Zij was één van de eerste bestuursleden van de Geref. Meisjes Vereniging. Haar medegevangenen kozen Rennie als hun Blockälteste. Bovenal is dit boek het getuigenis van haar rotsvast geloof een kind van God te zijn.