HERKENNING versjes en verhaaltjes

Jan Ribberink (1945) werd geboren in Diffelen. Na de lagere school ging Jan 2 jaar naar de Mulo in Hardenberg. Hierna volgde hij de opleiding banketbakker in Almelo. Via het leerlingstelsel kwam hij in de bakkerij te werken van 1960 tot 2005. In de loop van de jaren kwam steeds de drang om van eenvoudige dingen in het leven een gedichtje of verhaaltje te maken. Bakken en dichten. Dichten en bakken. In het dichten heeft hij nooit les gehad. Toch heb je eenmaal een ambacht geleerd en kennisgemaakt met de wetten van evenwicht en dosering, zoals het maken van een mooie bruidstaart, dan pas je die automatisch toe op andere kunstvormen. Zijn gedichten blinken uit in observatie van het kleine. Hij heeft oog voor de mooie dingen in de eenvoud. "Een goed gedicht is: zoveel mogelijk zeggen in zo weinig mogelijk woorden." Ongemerkt heeft zijn vakmanschap in het bakken van banket, zijn dichtkwaliteiten beïnvloed. Hoe anders krijg je oog voor balans? Hoe kun je anders in minimale woorden het maximale zeggen? Er is meer op aarde dan crisis en recessie. Misschien is het voor velen een obsessie, Maar ik zit met mijn kleinkind op schoot. Ze wijst naar de tafel, want daar staat haar flessie.